dinsdag 3 december 2013

Meneer Jaap

Meneer Jaap noem ik hem. Zijn naam is anders. Om de zoveel tijd komt hij bij ons aan de deur. Gisteravond klopte hij aan. Hij meende zich te herinneren dat de bel uitstond. Fijngevoelig, kiest hij zijn woorden. Hij noemt mij bij de voornaam als ik de deur opendoe. Hij vraagt zelfs naar de kinderen, die hij bij name noemt.
Ik laat hem binnen. Een paar jaar geleden heeft hij zijn vrouw verloren. Hij heeft haar een leven lang verzorgd. Hij heeft iets weg van een vogel zonder nest. Ik weet niet precies welke vogel. Nou ja, hij getuigt van God en hij laat ons altijd een blaadje na van De Wachttoren. Ik bedoel maar, zijn woning is dan ook niet hier maar bij God. Hij vertelt ons dat hij over een jaar uit Nederland vertrekt. Hij gaat wonen in een dorpje ergens in Turkije. De mensen zijn daar anders dan in Nederland. Vriendelijker, warmer. Ze zijn zijn familie geworden. Dus ergens op de wereld heeft hij toch een nest gevonden.
Hij gaat volgend jaar met pensioen. Gaat hij eindelijk uitrusten en rentenieren bij de sinaasappel- en citroenbomen? Hij vertelt me dat hij een vriend heeft gevonden in het dorp waar hij wonen gaat. Ze hebben het er al samen over gehad, wat ze zullen gaan doen. Ze gaan de mensen vertellen van het evangelie. Ja, hij lacht er nu al gelukzalig bij. Hij gaat ook daar langs de deuren.
Spreekt hij dan vloeiend Turks? Volgens mij spreekt hij een universele taal. Het maakt hem niet uit. Alles aan hem is een getuigenis van God. Goede reis, meneer Jaap. Gods zegen.

zaterdag 1 september 2012

Jonah 2

Daar gaat ie dan. Zwaar beladen met een rugzak en de fietstassen afgeladen met boeken en te veel boterhammen en snacks. 'Pap, ik krijg niet alles op.' Welkom in brugsmurfenland.

Hoeveel kilometer is het wel naar Harderwijk? Misschien dertig kilometer heen en weer. Tjonge, wat een klus, niet in het minst voor mij om hem zomaar los te laten. 's Morgens om vijf uur lig ik al te luisteren naar de regen. Zal ik hem brengen? De bus? Achterop mijn fiets? Zelfs een gebed om droogte, spookt in mijn hoofd. Toch even heen en weer met de automobiel...

Om half zeven uur kijken naar de buienradar geeft nog weinig gemoedsrust. Oké, waar is het regenpak? Een vuilniszak over de boeken. De boeken verdelen in watervrije tasjes en over de fietstassen verdelen. Tjonge, gaat dit zo het hele jaar door? Het is nog maar nauwelijks september. Wat zeg ik? De eerste week is nog niet eens voorbij.

Dan komt er een vrolijke en supergemotiveerde jongen naar beneden. Welgemoed stapt hij in zijn watervrije oliepak, die hem zoals zoveel kleren met Hollandse maten te groot is. Zijn fietsmaatje belt aan de voordeur. Al even bruisend en energiek. Het is wel duidelijk wie het eerst het opgeeft. Dat ben ik, een overbezorgde vader. Vanavond ga ik maar vroeg naar bed. En stilletjes hopen op droog weer maandag met zowel heen als terug de wind in de rug.

zaterdag 26 mei 2012

Jonah

Uiteindelijk hebben wij besloten Jonah op te geven voor Christelijk voortgezet onderwijs in Harderwijk. Een grote stap voor onze kleine dappere Koreaan.
In concreto betekent dit bijvoorbeeld een langere fietstocht naar school dan naar die we eerder op het oog hadden: de openbare een kilometer verderop.

Jonah heeft overigens genoten van zijn rootsreis afgelopen oktober 2011. En wij ook. Met zijn zessen hebben we de reis van ons leven gehad. Het was prachtig en ontroerend. Geregeld denken we nog terug aan onze bezoeken aan het kinderhuis, Jonah's geboorteziekenhuis, de Manmin Church die we op zondag bezochten, de Yoghesa Tempel et cetera.
We verbleven in een lowbudget hotel met toast en Koreaanse rijstepap 's morgens. We zaten tussen winkels en marktkraampjes en een vooral in de nachtelijke uren actieve Karaokébar. Job is er nog lyrisch over. Logisch, zijn roots liggen in Johannesburg. Hij kikkert helemaal op van reuring en vertier.

Karin is al tien weken bijna in de lappenmand. Ze weert zich echter kranig en wie had dat gedacht nog even en maatje 36 past... Tja, dat is nu toch ook niet echt de bedoeling.

Lesotho ligt nog even stil. Wat zal de toekomst brengen? Met zijn zessen naar Lesotho moet toch lukken na Seoul. Alleen hoop ik wel dat Karin spoedig weer op de twee benen is.


vrijdag 19 augustus 2011

Nooit meer alleen

De bovenstaande titel is de titel van een prachtig opwekkingslied van al weer een paar jaar geleden. Geregeld bulderen wij dit lied in de auto mee (ik wat minder; ik ben niet zo goed in teksten uit mijn hoofd opzeggen).
Er is een meisje die dit lied haast de gehele dag door zingt: Jade. Mooi vind ik het, dat uitgerekend zij zich deze woorden eigen heeft gemaakt. Uberhaupt gaat het spreken haar steeds beter af. Zo is maar weer aangetoond dat de taalontwikkeling op de hechting volgt. Wat het laatste betreft zit het wel goed. Ze is een leuk meisje, pittig en grappig.

De kinderen hebben de eerste schoolweek er al weer op zitten. Ze lijken allemaal goed en wel op hun plekje aangekomen. Jessie heeft de meeste veranderingen te verwerken. Nieuwe klas, andere leerlingen, een andere juf erbij, en een andere locatie. Maar hoewel ze verlegen is, is ze ook erg dapper.
Nog een paar maanden en dan gaan we naar Korea. De kinderen hebben allemaal een tas van de Action en de reis is geboekt. Er is nog wel onzekerheid over de verblijfplaats in Seoul. Maar, God zal ook hier in voorzien.

Wie zullen we allemaal gaan ontmoeten in de geboortestad van Jonah?




zondag 15 mei 2011

Vasthouden

De laatste tijd loop ik met een zwaar gevoel rond. Het heeft te maken met mijn kerkenwerk. De grondgedachte die me trouw vergezelt is: Hoe lang blijft de kerk nog houdbaar in zijn huidige vorm?
Natuurlijk draag ik aan de vaste contouren van dé kerk ook een steentje bij. Ik heb verandering gewenst en over gepredikt, maar ben toch ook zelf niet in staat gebleken de situatie vooralsnog te verbeteren.

Ik constateer naast andere emoties vooral verdriet. Dit is dus het lijden aan de kerk... Jaren geleden pleitte ik voor verandering, droeg ideeën aan. Frank en vrij liep ik voor de troepen en de muziek uit. Er kwamen echter niet alleen positieve reacties op. Uiteindelijk kregen deze boodschappers de overhand. Helaas blijven die me juist zo lang bij en pleiten ze mij ook niet vrij.

ik ben net een trillend blad
een blaadje opgestoven in de wind
opgejaagd, draaiend in cirkels
tot ik neerval,
en wederom opgeworpen
rusteloos rust zoek

Bij de gedachte aan een eenvoudig blad op de grond; waar een mens zich al druk over kan maken, moet ik aan de kerkvader denken. Augustinus van Hippo zegt dat wij hiertoe zijn gemaakt, dat ons hart onrustig is tot het rust vindt bij God.
Steeds weer die beweging maken: opgeworpen om dan ook te verlangen naar God. Ja, in de beweging van de wind, het heen en weer slingeren op de levenszee, de essentie ontdekken dat de werkelijke vrede bij Hem en Hem alleen is.
Ben je in bedrijf zie je de zin ervan niet in... Heb je het door, denk je... weet je het steeds minder.

De kerk zal mogelijk in zijn huidige vorm op enkele plaatsen nog wel enige tijd overleven, maar in ieder geval zal de vrede bij God de zondvloed (vandaag over Noach mogen spreken) die zich van een mens meester kan maken, de mens doen overleven. Ja, toch, Heer?! U, die roept, U bent toch getrouw?

Het is even wonderlijk stil in huize Hübbers. De jongens zitten op de kamer een muziekje te draaien (met koptelefoon) en stripboekjes te lezen. De meisjes slapen.
Ach, ja die gezichten als ik 's avonds de ronde doe behoren wel tot de mooiste dagelijkse zegeningen van God, die het leven de moeite waard maken. Daar kan geen onbezette stoel in de kerkdienst tegenop! Laat ik me onder andere daar maar aan vasthouden. Tel de andere zegeningen ook maar...

zaterdag 23 april 2011

Wens

Het is geen stille dag vandaag. De zon schijnt uitbundig over Zeewolde heen. Bloemen en scheuten schieten omhoog. De Schepper leeft!

De kinderen hebben hun vakantiewensen bij ons ingediend:

ijsje eten bij de Prego (Jonah)
tennissen met pappa en mamma (Job)
taart bakken met pappa (Jessie)
zwemmen (Jade)

Nu dat moet toch kunnen lukken. En het weer werkt prima mee. Volgende week heb ik zelf sinds lange tijd officieel een weekje vrij. Ik moet nog wel even mijn draai vinden en wensen bijstellen. Vliegen naar de zon en de zee; een week op een onbewoonbaar eiland; eindeloos fietsen, wandelen ... Ik kan nog wel wat leren van de kinderen. 's Morgens een uurtje langer kunnen liggen, is ook al erg mooi.

Hierbij een fragment uit een gedicht (gisteren geschreven).
Toen ik het Karin voorlas dacht ze dat ik dronken was van wijn, terwijl het nog Pinksteren moet worden dit jaar.

oe bin mi schepperd
oe hep mi maokt
oe wil mi nie droev' sien nie
oe wil mi viere maoke
e gluk sien

oe sal ek na gaon
ok lop ek tuer e tal
meh dek duister
ek sal Oe nie los loat nie

Vraag me niet welke taal ik hier bezig: een combinatie van Limburgs (mijn roots) en Zuid-Afrikaans? Ik verlang naar Pinksteren, blijkbaar.

vrijdag 11 maart 2011

Surrogaat

Voor sommigen lijkt het toch niet echt wat wij doen. Al sta je bij het schoolhek, pendel je heen en weer tussen sportvereniging en zwembad. Al geef je troost bij tegenslag of wek je hen 's morgens voor het ontbijt. Het is voor sommigen toch niet echt wat je doet. Het blijft surrogaat. Althans zo beleef ik het wel eens bij momenten. Het tekent schril af bij de natuurlijke gang van zaken. De gang zoals het hoort. De vanzelfsprekende manier van geboren worden en opgroeien. Op elkaar lijken of juist niet.
En al ga je enthousiast en zwoegend met de groep van natuurlijke ouders op. Je blijft vreemd: zo'n combinatie is niet gewoon voor ons, hoor. Vergeet dat niet. Eigenlijk boezemen jullie ons angst in: mislukking, dromen die niet uitkomen of zoiets...
Door de meesten gedoogd, moet je het vooral niet te gek willen maken. Low-level en low-profile alstublieft. Niet teveel opvallen tussen de vanzelfsprekende moeders en vaders, want anders laten wij jullie voelen hoe vreemd jullie ons eigenlijk zijn.

Ach, hoe zou het voor mijn kinderen zijn (let op de bezitsvorm! in deze zin)? Ik heb er soms wel een idee van...