zaterdag 1 september 2012

Jonah 2

Daar gaat ie dan. Zwaar beladen met een rugzak en de fietstassen afgeladen met boeken en te veel boterhammen en snacks. 'Pap, ik krijg niet alles op.' Welkom in brugsmurfenland.

Hoeveel kilometer is het wel naar Harderwijk? Misschien dertig kilometer heen en weer. Tjonge, wat een klus, niet in het minst voor mij om hem zomaar los te laten. 's Morgens om vijf uur lig ik al te luisteren naar de regen. Zal ik hem brengen? De bus? Achterop mijn fiets? Zelfs een gebed om droogte, spookt in mijn hoofd. Toch even heen en weer met de automobiel...

Om half zeven uur kijken naar de buienradar geeft nog weinig gemoedsrust. Oké, waar is het regenpak? Een vuilniszak over de boeken. De boeken verdelen in watervrije tasjes en over de fietstassen verdelen. Tjonge, gaat dit zo het hele jaar door? Het is nog maar nauwelijks september. Wat zeg ik? De eerste week is nog niet eens voorbij.

Dan komt er een vrolijke en supergemotiveerde jongen naar beneden. Welgemoed stapt hij in zijn watervrije oliepak, die hem zoals zoveel kleren met Hollandse maten te groot is. Zijn fietsmaatje belt aan de voordeur. Al even bruisend en energiek. Het is wel duidelijk wie het eerst het opgeeft. Dat ben ik, een overbezorgde vader. Vanavond ga ik maar vroeg naar bed. En stilletjes hopen op droog weer maandag met zowel heen als terug de wind in de rug.

zaterdag 26 mei 2012

Jonah

Uiteindelijk hebben wij besloten Jonah op te geven voor Christelijk voortgezet onderwijs in Harderwijk. Een grote stap voor onze kleine dappere Koreaan.
In concreto betekent dit bijvoorbeeld een langere fietstocht naar school dan naar die we eerder op het oog hadden: de openbare een kilometer verderop.

Jonah heeft overigens genoten van zijn rootsreis afgelopen oktober 2011. En wij ook. Met zijn zessen hebben we de reis van ons leven gehad. Het was prachtig en ontroerend. Geregeld denken we nog terug aan onze bezoeken aan het kinderhuis, Jonah's geboorteziekenhuis, de Manmin Church die we op zondag bezochten, de Yoghesa Tempel et cetera.
We verbleven in een lowbudget hotel met toast en Koreaanse rijstepap 's morgens. We zaten tussen winkels en marktkraampjes en een vooral in de nachtelijke uren actieve Karaokébar. Job is er nog lyrisch over. Logisch, zijn roots liggen in Johannesburg. Hij kikkert helemaal op van reuring en vertier.

Karin is al tien weken bijna in de lappenmand. Ze weert zich echter kranig en wie had dat gedacht nog even en maatje 36 past... Tja, dat is nu toch ook niet echt de bedoeling.

Lesotho ligt nog even stil. Wat zal de toekomst brengen? Met zijn zessen naar Lesotho moet toch lukken na Seoul. Alleen hoop ik wel dat Karin spoedig weer op de twee benen is.